Hoewel voor ondergrondse tanks een uitgebreid stelsel van keuringen en controles plaatsvindt, biedt dit geen garantie dat geen verontreiniging van de bodem kan ontstaan.
In de meeste gevallen zal de eigenaar/exploitant van de tank de financiële gevolgen hiervan moeten dragen. Om zekerheid te hebben dat in een dergelijk geval voldoende financiële middelen beschikbaar zijn, heeft de overheid in het Activiteitenbesluit en de daaraan gekoppelde ministeriële regeling een verplichte financiële zekerheidstelling opgenomen.
Lekkage van tanks of leidingen, of het optreden van een calamiteit bij het vullen van de tank kunnen een aanzienlijke bodemverontreiniging veroorzaken met vaak omvangrijke financiële gevolgen. Deze komen vaak voor rekening van de onderneming.
De Tankverzekering biedt primair dekking voor de kosten van sanering, ongeacht of deze gemaakt worden op de eigen locatie of op aangrenzende terreinen. Daaronder vallen:
saneringskosten
onderzoekskosten
bereddingskosten
kosten die een gevolg zijn van sanering zoals:
noodzakelijke kosten om sanering uit te voeren;
kosten van herstel of vervangen van ondergrondse pijpen, leidingen en/of kabels die door verontreiniging beschadigd zijn;
herstelkosten van bestrating en beplanting die bij sanering worden weggehaald
bedrijfsschade als gevolg van sanering.
De hoogte van de premie hangt onder meer af van het aantal ondergrondse tanks en het soort vloeistof dat hierin wordt opgeslagen.